Omschrijving en bereiding

Dit was altijd een van mijn opa zijn favorieten. Ik kan me nog goed herinneren dat wanneer wij gingen dimsummen dat hij altijd deze pannenkoekjes (scallion pancakes) bestelde en er dan ook volop van genoot, zelfs toen hij geen tanden meer had. Simpel en toch heel lekker. Echt een comfort food.

Helaas kan je deze hier in Nederland niet in de restaurants krijgen, misschien omdat ze te simpel zijn. Jaren geleden ben ik gaan uitzoeken hoe ik ze zelf kon maken en kwam erachter dat het een stuk makkelijker is dan ik dacht. Ook kwam ik erachter dat het niet met beslag gemaakt wordt maar met deeg! De eerste paar keer was het een total disaster.

Er zijn verschillende varianten op het recept, maar ik heb ervoor gekozen om het simpel te houden, want zo zijn ze ook al lekker genoeg. Mijn dochters die normaal gesproken geen lente-ui lusten smikkelen deze pannenkoekjes zo op. Als je ooit in Shanghai komt, dan moet je zeker eens de lente-ui-pannenkoekjes proberen die langs de straat verkocht worden. Ze zijn net even anders, nog wel wat lekkerder, maar heel vettig omdat ze in zoveel olie gebakken worden dat het meer frituren is. Van dat soort kan je er maar één op, maar van dit recept zou ik er zelf zo vier van op kunnen eten.

1. Doe de meel in een kom. Als je het extra goed wilt doen dan moet je de meel door een fijne zeef in de kom doen. Zelf doe ik dat niet en vind het resultaat goed genoeg. Doe er 1 eetlepel olie bij zodat het minder plakt (niet per se nodig).
2. Meng in een rijstkom (ongeveer 250ml) gekookt water (temperatuur van ongeveer 100°C) met gewoon koud water uit de kraan. Ongeveer 2/3 heet met 1/3 koud water.
3. Giet langzaam al roerend het water bij de meel en blijf roeren en kneden tot het geheel zacht is, niet meer plakt en het oppervlakte glad en glimmend is. Als het deeg te droog is kan je altijd nog wat (1 eetlepel) water erbij blijven doen totdat het goed is. Leg een vochtige theedoek over de kom heen en laat het deeg rusten voor 20 minuten. Let op, dit zijn allemaal richtlijnen, doe wat je wilt, maar onthoud goed (of schrijf het op) wat je hebt gedaan zodat je de volgende keer het recept een beetje kan aanpassen zodat het telkens wat beter wordt. Want blind een recept volgen is niet echt koken toch?
4. Snij de lente-ui in stukjes van ongeveer een halve centimeter, maar stop voordat je bij het witte deel komt. We willen eigenlijk alleen het groene gebruiken voor de pannenkoekjes omdat de smaak daarvan wat zoeter en zachter is. Gooi het witte deel niet weg, als je deze even wast (dus wortels mogen er gewoon aan blijven) kan je ze nog prima gebruiken voor het trekken van bouillon of maken van soep. Laten we zo min mogelijk voedsel verspillen.
5. Meng in een kommetje wat olie (3-4 eetlepels), kip-poeder (½ eetlepel) en zout (3 theelepels) tot het een smeurie wordt. Dit is wat we straks gaan smeren op de deeg en wat ervoor gaat zorgen dat de pannenkoekjes mooie laagjes gaat krijgen. Dit is het deel ook waar je leuk mee kan experimenteren voor de smaak. Wil je hete pannenkoekjes? Stop er wat Sichuan-peper poeder bij. Of gemberpoeder, of korianderpoeder, the sky is the limit! Je kan ook makkelijk twee verschillende mengsels maken zodat je niet alle pannenkoekjes verpest met het experiment.
6. Neem het deeg en trek er een stuk vanaf. Een balletje met ongeveer een doorsnede van 5-6cm. We maken pannenkoekjes van ongeveer 16-17cm doorsnede. Je mag natuurlijk zelf beslissen of je ze groter of kleiner wilt maken. Strooi wat deeg op je plank/aanrecht/werkplek zodat het deeg niet zal blijven plakken (en strooi tussendoor wat erbij als je merkt dat het deeg blijft plakken). En rol het deeg uit totdat het lekker dun is. Hoe dunner je het deeg uitrolt, des te meer keren je het moet rollen en dan zal de pannenkoek meer laagjes hebben. Maar wordt het te dun, dan komen er gaten in. Wil je het dunner hebben dan dat het kan, dan moet je de volgende keer het deeg iets minder zacht maken door meer meel te gebruiken.
7. Gebruik een lepel om wat van het mengsel van stap 5 op de uitgerolde deeg te doen en smeer het met de bolle kant van de lepel uit zodat er overal op de het deeg wat zit. Strooi daarna met de hand lente-ui erop en spreid het uit zodat overal wel wat zit en wees vooral niet te zuinig met de lente-ui.
8. Rol voorzichtig het deeg op tot een cylinder en maak er een rondje van door het om zichzelf te draaien (zie foto, a picture is worth a thousand words!). Leg het opzij (op een plek waar wat meel is, zodat het niet blijft plakken) en herhaal dit totdat het deeg op is. Als je dit heel snel hebt gedaan (in minder dan dan 10 minuten) dan moet je nog even wachten zodat de rolletjes tijd hebben gehad om te rusten.
9. Neem het eerste rolletje wat je had gemaakt en gebruik de deegroller om het plat te rollen tot een pannenkoekje.
10. Zet een pan op het vuur (half hoge stand) en doe daar olie in. Niet te weinig olie gebruiken, doe er een laagje in zodat de pannenkoek er lekker in kan liggen. Leg de pannenkoek er in en bak het aan beide kanten totdat het licht-, goudbruin is, ongeveer een minuutje per kant.
11. Leg de pannenkoek op een bord en serveer het meteen. Ze zijn het lekkerst als ze zo uit de pan komen. Om de laagjes te accentueren kan je nadat je de pannenkoek op het bord hebt gelegd even met wat eetstokjes de pannenkoek naar zichzelf toe knijpen. Hierdoor zal de bovenste laagjes een beetje barsten en naar buiten wijzen zodat de lagen duidelijk te zien zijn. Of als je kinderen hebt net als ik, dan knip je de pannenkoek met een schaar in kleine stukjes zodat het makkelijk opgegeten kan worden.
12. Herhaal dit voor alle rolletjes die je hebt gemaakt.

Heb je vragen of wil je laten weten wat je van het recept vindt? Klik dan hieronder op "Geef een reactie".

Geef een reactie    

Naam

E-mail

Website

Opmerking

Laat een opmerking achter

Even geduld...